Waar en in welk gezin ben je opgegroeid?
Ik ben geboren in Hong Kong, daar heb ik 13 jaar gewoond. Daarna ben ik naar Nederland gekomen, ben hier naar school gegaan en een opleiding gevolgd. Ik ben opgegroeid met mijn vader, moeder en in totaal 4 zussen.
Wat was belangrijk bij jullie thuis? Welke normen en waarden waren belangrijk?
Wij zijn een hecht gezin bij elkaar, wij vinden familie erg belangrijk.
Wat vind je leuk om na werktijd te doen?
Ik hou heel erg van uiteten gaan, dat is erg gezellig!
Hoe ben je op het pad van de zorg gekomen?
Ik ben maatschappelijk werker van oorsprong. Ik heb de opleiding HBO maatschappelijk werk en dienstverlening gedaan en daarna 20 jaar in het veld gewerkt. Ik werkte eerst bij een organisatie waar ik ook al veel Chinese doelgroepen tegenkwam. Ik zag daar dat heel veel mensen vragen hadden uit die doelgroep. Er was zo weinig om handen om hen te kunnen helpen. Er was echt een gat. Ik dacht: ik moet daar iets mee doen. Daarna ging ik naar Zorgkompas, daar kwam ik Ismail Meral tegen, hij deed veel met Turkse doelgroepen. In 2008 ben ik bij MOB gekomen.
Bij MOB heb ik onder andere eerst de dagopvang voor Chinese groepen opgezet. Ik deed van alles: een beetje zvw, een beetje WMO. Maar op den duur zagen ik en Ismail dat de behoefte niet meer toereikend was om (chinese) mensen te kunnen helpen. Wij dachten: is het een idee om een woonzorg locatie te maken? We begonnen te onderzoeken en toen het doorging mocht ik het begeleiden: een woonzorglocatie met 24 uurs verzorging. Ik miste wel de kennis: samen met mijn collega (en zus) ben ik toen een zorgopleiding gaan doen.
Hoe helpt je achtergrond als maatschappelijk werker jou in je huidige werk?
Die heeft mij erg geholpen, want ik weet natuurlijk veel van de sociale kaart. Als er mensen bij ons binnenkomen kan ik gelijk zien wat er nodig is. Bijvoorbeeld: moeten we een uitkering aanvragen? Dat kan ik dan oppakken.
Wat is een verschil en overeenkomst tussen de Chinese en Nederlandse cultuur?
De behoefte is allemaal hetzelfde. De behoefte van mensen is aandacht. En natuurlijk goede zorg en een goed sociaal leven.
Het grootste verschil zijn de culturele gewoonten. De taal is daarbij het belangrijkst. Die maakt het zoveel makkelijker om echt te horen van de client: hoe gaat het? Wat heb je nodig? De client kan dan rechtstreeks vertellen en aangeven wat ze mankeert. En zich rechtstreeks uiten. En dat vind ik erg belangrijk.
Dus je kunt veel dichterbij iemand komen als je de taal spreekt?
Ja, je verhaal wordt gehoord, je bent minder afhankelijk van de familie. Ik kreeg voorheen vaak vragen hierover van verzorgenden: hoe kan ik deze Chinese client helpen? Mensen lopen daar echt op vast. Het is gewoon moeilijk. Het is dus belangrijk dat wij in de Boomgaard chineessprekend personeel te hebben.
Wat is nog een voorbeeld van zo’n cultureel element?
Eten is ook heel belangrijk voor chinezen. Wij zijn gewend om 2 of 3 keer per dag warm te eten. Dat doen we dus ook bij de Boomgaard, en meestal ook chinees. Maar af en toe vinden ze Nederlandse pot ook heel lekker.
Is er ook diversiteit binnen de Chinese gemeenschap?
Ja, je ziet bijvoorbeeld een verschil tussen noord en zuid China. Onze keuken maakt veel gerechten die afkomstig zijn uit Zuid China. Maar cliënten uit Noord China moeten dan even wennen. Het vlees wordt bijvoorbeeld daar iets anders bereid. Die verschillen zie je.
Er zijn ook veel verschillende dialecten. Die zijn soms zó anders: als je ze niet kent, kan je het gewoon niet volgen. Dan betrekken we er familie bij om het te vertalen.
Hebben mensen in de Boomgaard een levensbeschouwing of zijn ze religieus?
We hebben aan aantal protestants-christelijke mensen, die vaak naar de Chinese kerk gaan. Ook een paar mensen die een boeddhistische achtergrond hebben, maar ik merk niet dat het heel zwaar telt in het dagelijks leven of indeling van de dag. Dat was dan meer iets van vroeger.
Wat doen jullie om echt een gemeenschap te creëren?
In het begin zochten de ouderen elkaar niet zo op. Sinds twee jaar veranderd dat, zie ik. We hebben nu een praatgroep en elke dag na de lunch zetten wij hen gewoon bij elkaar aan de grote tafel. Dan gaat het los met praten. Elke dag doen we een ander onderwerp: over vroeger bijvoorbeeld, of over waar ze woonden. Zelf komen ze nu ook met onderwerpen. En ze drinken gezellig koffie. Vanwege corona zijn sommige dingen weer gestopt.
Waar vonden de mensen troost in corona tijden?
Aan het begin moest iedereen twee weken op zijn kamer blijven. Mensen misten de praatgroep en elkaar heel erg. Ook het familiebezoek stopte natuurlijk, terwijl zij een hele hechte band hebben met familie. Ze zeiden hardop dat ze het vervelend vonden om alleen te zijn. En ze vroegen: wanneer mogen we met zijn allen eten? We hebben het steeds rustig uitgelegd. En we hebben facetime sessies georganiseerd: het personeel kreeg dat als extra taak om te regelen met de familie.
Wat vind jij het leukst aan in de zorg werken? En waarom bij MOB?
Ik vind het werk wat ik nu doe, al dat organisatiewerk, het opzetten van dingen, heel erg leuk en uitdagend. Soms moet ik inspringen in de zorg, we hebben veel onderbezetting gehad. Dat was wel druk en zwaar. Het werk dat je normaal doet en vergaderingen moet dan ook gewoon nog doorgaan.
Ik vind het heel fijn dat MOB mij zoveel aangeboden heeft. Dat ik vanuit het maatschappelijk werk mocht meedenken en onderzoek mocht doen. Ik werd echt meegenomen naar de inhoud en betrekkingen van het onderzoek naar onze doelgroepen. Er is dan een visie in het werk dat je doet. Ik heb veel vrijheid, vertrouwen en ruimte gekregen om te creëren wat ik nodig vond.