Interview Santiago Cupajita Robledo
Wat ik het liefst voor mijn ouders zou willen is dat wanneer ze oud zijn, zij bij mij blijven wonen
Santiago is geboren in Columbia. In 1997 kwam hij met zijn ouders en zusje naar Nederland. Vanaf die tijd woont hij in Nederland.
‘Ik heb niet altijd in de zorg gewerkt, maar ik heb wel altijd iets voor de zorg gevoeld. Op de middelbare school hadden we zorgvakken. Ik keek altijd tegen de dokter op. Het is heel mooi om met zorgkennis mensen te helpen. Mijn diploma haalde ik op mijn zeventiende en in 2007 heb ik mijn sportopleiding afgerond. Ik wilde altijd iets met sport gaan doen, omdat het mijn doel was. Ik wilde de sport met de zorg combineren. Het is anders gelopen en uiteindelijk heb ik toch voor de zorg gekozen. Ik ben als ZZP-er helpende niveau 2 begonnen en heb ervaring opgedaan in de ouderen- en gehandicaptenzorg. Ik heb meegemaakt dat er bij bepaalde mensen niemand op bezoek kwam en dan is het heel mooi als ik er voor hun kan zijn. Een klein beetje de eenzaamheid verzachten. Dat vind ik speciaal. Verder help en verzorg je mensen op allerlei manieren. Met ADL, algemene dagelijkse levensverrichtingen, of een praatje maken op welke manier dan ook. Het is gewoon leuk als je mensen helpt. Mensen zijn ook vaak eenzaam.
Ik probeer altijd mijn best te doen om er voor de mensen te zijn. Ik heb wel eens meegemaakt dat iemand boos werd omdat ik te laat was om zorg te verlenen. Ik leg uit waarom ik te laat was en meestal gaat de boosheid dan weg. Als ZZP-er had ik meer locaties en minder structuur, want het is ook iedere keer anders. In loondienst moet je rekening houden met de collega’s, zij doen bepaalde werkzaamheden op hun manieren en ik kijk daar anders naar. Er komen ook meer regels bij kijken. In loondienst is het wel prettiger, omdat je weet waar je aan toe bent en wat je moet doen. En ik kan een hechtere band met de bewoners opbouwen.’
Hoe is de zorg in Colombia in vergelijking met Nederland? ‘Ik ben bij een paar instellingen geweest, maar dat is niet het niveau als in Nederland. Het heeft ermee te maken dat er veel geld naar de zorg gaat in Nederland. Columbia is niet zo’n rijk land. Wat ook meespeelt is dat wanneer je vader of moeder een bepaalde leeftijd hebben, zij gewoon bij de kinderen thuis wonen. Dat is de norm. Dat is wel het verschil.’
‘Wat ik het liefst voor mijn ouders zou willen is dat wanneer ze oud zijn, zij bij mij blijven wonen. ‘Zolang ik ze de zorg kan bieden dan wil ik ze zo lang mogelijk bij mij hebben. Maar als het niet kan dan hoop ik dat ze ergens anders goede zorg krijgen.’
‘Ik werk sinds begin februari bij Beyt Essalam en ik vind het nog steeds leuk. In 2017 ben ik mij gaan verdiepen in de islam. Waarom ik dat gedaan heb? Van kleins af aan heb ik meegekregen dat er een God bestaat, want in Colombia zijn de mensen over het algemeen katholiek. Ik heb daar ook altijd in geloofd. Toen ik ouder werd ging ik mij steeds meer afvragen wat is het doel en wat wil ik. Naar mijn mening vond ik in de islam de waarheid. Ik vond het logisch. In de islam is het zo dat niets of iemand het recht heeft aanbeden te worden dan de schepper Allah. De schepper heeft boodschappers en profeten zoals Jezus, Abraham en Mohamed. Eén schepper met boodschappers. Het klopte voor mij. Het heeft mij zo aangetrokken dat ik het geloof ook ben gaan naleven. Vervolgens ben ik gaan kijken naar een Islamitische zorginstelling en die vond ik bij MOB. Dat is een van de redenen waarom ik hier ben gaan werken. Alle zorgvragers zijn moslims en dat is ook de reden waarom ik het naar mijn zin heb. Ik begrijp de cliënten ook beter. Een ander geloof is uiteraard geen probleem, want werk is werk. Vanwege het geloof is het toch anders. Als ik bijvoorbeeld bij mijn laatste zorgvraag ben, dan nodigt de bewoner mij uit om in zijn woonkamer te gaan bidden. Hij weet dan standaard dat het tijd is. Moslims bidden vijf keer per dag en dan maak ik daar gebruik van. Colombianen zijn over het algemeen katholiek. Mijn ouders en zusje hebben er geen probleem dat ik mij bekeerd heb tot de Islam. Zij zijn er open in. Ik heb er zelfs een betere band met mijn moeder door gekregen.
Hoe ik mijn toekomst zie? Sowieso verder leren. Maar ik heb al eerder meegemaakt dat ik een doel had en toen iets anders ben gaan doen. Er kan van alles gebeuren. Voor nu heb ik werk waar ik mij op kan richten en daarna zal ik verder beslissen.’