Internos

NIEUWS


6 december 2021 Interview

“Mensen vertellen waar ze op dat moment behoefte aan hebben.” Vrijwilliger Jolanda van Ostende

Jolanda van Ostende is vrijwilliger bij de Boekenrode. Toen zij hoorde over een huiskamerproject, waarbij vrijwilligers nodig waren, was haar aandacht meteen getrokken.

Zij wilde eerst weten of ze het aan kon, zodoende liep zij een dag mee om het te ervaren. Het beviel haar goed en sinds december 2018 organiseert zij samen met een andere collega vrijwilliger activiteiten voor de bewoners.

‘Ik ontwikkel de activiteiten zelf, maar houd goed in het oog wat de cliënten aankunnen. Sommigen zijn vaak moe of is de motoriek niet meer wat het is geweest. Dus moeten de activiteiten passend zijn. Ik ben drie dagdelen per week gastvrouw/ vrijwilliger voor een groep van zes bewoners, wat het maximale is in deze coronatijd. Van 11.00 – 14.00 uur zijn er activiteiten waaraan de bewoners kunnen deelnemen inclusief een lunch.’ Wat de meest gewilde activiteit is? Schilderen, maar dan meer in de zin van kleuren creëren. Verder kan er onder andere ook gepuzzeld worden en met blokken gespeeld worden.

Voor dementerenden of mensen met een verstandelijke beperking zijn dit de activiteiten waar zij blij van worden. Gesprekjes voeren is ook een belangrijk onderdeel van de dagbeleving. Mensen vertellen waar ze op dat moment behoefte aan hebben. Of als er een leuk liedje op de radio is, dan praten we over die tijd van vroeger. Zo is er een mevrouw die zich nog heel goed die liederen kan herinneren en dan zingen we mee. Dan wordt er ook gelachen. Ook worden er dingen op verzoek gemaakt zoals een kartonnen kroontje met bloemen erop die ook nog eens gedragen wordt. Ik dring nooit iets op want het doel is dat de mensen zich goed voelen en dat het niet belastend is.’


hart-in-handen-mob-1200x800.jpg

8 november 2021 Interview

‘Mijn vader woont twee jaar in Beyt Essalam. Samen met mijn zusje en twee broers hebben we de taken verdeeld om mijn vader te bezoeken. In ieder geval komt een van ons elke dag om hem te zien. We nemen hem mee naar buiten. Naar de Turkse supermarkt, samen boodschappen doen. Op tien minuten lopen is er een markt tegenover Albert Heijn. Dat vindt hij leuk. Mijn broer komt hem scheren en we nemen hem meer naar de kapper. Verder zijn er veel leuke groene plekjes in de omgeving waar hij naar toe kan. Daar vrolijkt hij van op.’ ‘Wat wij belangrijk vinden is dat hij actief blijft en in zijn cultuur blijft. Naarmate je ouder wordt ga je steeds meer terug naar vroeger. Dus is het eten belangrijk en dat hij Marokkaans kan spreken. Vroeger sprak hij Spaans, Frans en Arabisch. Dat is hij al vergeten. We zien dat hij achteruit gaat. De omgeving waar hij verblijft is voor hem heel erg belangrijk. Ik hoop dat andere mantelzorgers het bestaan van deze locatie ook ontdekken. We zijn echt blij en tevreden dat hij hier is. Via mijn zusje, die maatschappelijk werker is, zijn wij achter het bestaan van Beyt Essalam gekomen. Het personeel is zo lief voor de bewoners. Je voelt de liefde. Ik hoor dat van meer bewoners. Ik omschrijf het als een hechte familie, ook al kennen ze elkaar niet. Beyt Essalam is een echte aanrader.’ De naam van de mantelzorger is bekend bij de zorgcoördinator/locatiemanager Hakima Abraymi.


closeup-support-hands-1200x800.jpg

15 oktober 2021 Interview

Mevrouw Taskin (74) woont 47 jaar in Nederland.

Zij woont in ons woonzorgcentrum de Boekenrode in Rotterdam en vertelt hoe zij dit ervaart.

“Dit is mijn vierde adres sinds ik uit Turkije vertrok.” Sinds haar man is overleden en haar kinderen op zichzelf wonen zat zij alleen thuis.

“Door mijn dochter ben ik in de Boekenrode komen wonen. Vanwege de activiteiten, de Turkse  bewoners en Turkse medewerkers die de taal spreken. Bovendien voel ik mij niet alleen. Als ik op mijzelf zou wonen, dan zou ik moeten wachten op de zorg en hier is er altijd iemand die mij direct kan helpen. Het is fijn hier. Ook belangrijk is de verzorging. Ik kan aangeven dat ik door een vrouw verzorgd wil worden. Het is leuk om een goede band met het personeel te hebben, maar met Melek heb ik een speciale band. De eerste maanden toen ik hier woonde was ik somber, wilde ik niets doen. Mijn dochters vertelden het personeel om mij te stimuleren om actief te zijn. Dat deed het personeel ook. Nu heb ik het naar mijn zin en kijk ik iedere dag uit om weer naar de dagbesteding/beleving te gaan. Ik vind het leuk om te kleuren, maar het hangt er vanaf wat er op die dag te doen is. Eigenlijk vind ik alles wel leuk om te doen. Ik doe met alles mee.

Over het algemeen ben ik tevreden. Ik leef en dat is genoeg. Als het personeel met mij praat dan ben ik vrolijk en blij. Als ik alleen was geweest, dus alleen op mijzelf had gewoond, zou ik niet weten hoe het mij zou zijn afgelopen.’

Wilt u meer lezen over de woonzorgcentra van MOB? In onze bibliotheek kunt u het meest recente woonzorgcentra magazine downloaden.


4 oktober 2021 Interview

“Bij dementie ligt echt mijn hart, ik vind het heel mooi dat de thuiszorg daar steeds meer op in gaat spelen.”

In Dordrecht op het kantoor Stadswiel tref ik Shirley van Toor, zij geeft leiding aan een team Verzorgenden IG / Viggers en Helpende van Dubbeldam Stadspolders. Daarnaast houdt zij zich bezig met het VPT (Volledig Pakket Thuis) van Internos. Terwijl Shirley een horeca opleiding volgde, wat eigenlijk niet echt bij haar paste, werd haar oma ernstig ziek. Op dat moment kwam de 15-jarige Shirley erachter waar haar hart echt lag en wat ze echt wilde. ‘Ik wilde voor mensen zorgen.’

Je bent in de zorg terechtgekomen doordat je oma ziek werd en je daardoor besefte dat je de zorg in wilde. Is dat ook uiteindelijk geworden wat je ervan verwacht had? 

‘Het is echt wel zoals ik me had voorgesteld en geworden wat ik ervan verwacht had. Al moet ik wel zeggen dat ook wel eens wisselt, omdat het ook van invloed is met wie je werkt. Ik geef alles, als ik ergens tijd over heb, dan ga ik langer naar een andere cliënt. Dat vind ik belangrijk, dan doe ik daar wat extra dingen, maar dat ben ik. Dat is wat ik soms mis bij bepaalde collega’s. Dat komt ook voort uit het feit dat alle functies zo’n afgekaderde functieomschrijving hebben dat je eigenlijk niet zomaar iets anders erbij mag of kunt doen, even iemands was opvouwen of de nagels knippen.’

‘In het begin werkte ik heel erg gehaast bij de cliënten. Dat was ik zo gewend in de verpleeghuiszorg waar iedereen voor een bepaalde tijd gedoucht moest zijn bijvoorbeeld. Daar werkte je dan heel snel om iedereen op tijd klaar te hebben. Terwijl ik nu 50 minuten de tijd heb om iemand te douchen, waar ik er in het verpleeghuis misschien wel 3 personen in deze korte tijd moest helpen. Dat was voor mij heel erg wennen, dat gaat nu ook steeds beter. Als ik dan toch nog tijd over heb dan besteed ik dat heel graag aan de cliënt.’

Plezier in mijn werk

Ik vind het erg leuk om te merken dat er in Dordrecht wijken zijn waar mensen nog echt geboren en getogen zijn. In Dubbeldam noemen ze zichzelf geen Dordtenaar maar Dubbeldammers, dat vind ik heel grappig om te zien.

‘Wat ik fijn vind aan mijn werk, is dat ik de mogelijkheid krijg om mijzelf te ontwikkelen. Ook voor een functie waar ik niet een specifieke opleiding voor heb. Ik heb de opleiding VIG afgemaakt en heb veel praktijkervaring.  Zo ben ik eigenlijk gelijk op mijn plek terechtgekomen.’

Als zorgcoördinator zijn de werkzaamheden heel verschillend. ‘De ene keer start ik samen met de meiden in de wijk en loop de route mee, dan ben ik wijkverpleegkundige, de verzorgende IG of de helpende, maar net wat er op dat moment nodig is. Zeker tijdens Corona toen er veel zieke collega’s waren, ben ik veel in de wijk werkzaam geweest. Als ik in de ochtend in de wijk ben geweest ga ik naar kantoor en voer daar de telefoongesprekken met diverse instanties, apotheken, huisartsen etc. Ik verwerk alles in de planning en in de aanmeldingen, ik maak de cliëntendossiers in orde en geef leiding aan het team.’

Ook cliënten vinden het fijn dat ik niet alleen in de wijk help maar ook op kantoor mijn werkzaamheden heb. Cliënten durven nu sneller iets te vragen of te bellen omdat ze mij kennen en weten wie ze dan aan de lijn hebben als ze bellen. Daarnaast kan ik ze sneller helpen omdat ik weet wat er speelt van beide kanten.”

Waarom trekt de VPT je zo aan?

‘Sinds kort doe ik ook de VPT. Daar zit ik ook echt op mijn plek omdat ik natuurlijk ook uit de verpleeghuissector kom. Voor het personeel is het totaal anders dan thuiszorg, we streven ernaar dat het langere momenten bij de cliënten zijn. Het is een heel andere manier van thuiszorg. We waren bijvoorbeeld bij de eerste VPT-cliënt wel 5 uur achter elkaar. Dat biedt ook de cliënt rust. Dat is wat je wil, dat je de rust en de zorg kan bieden die de cliënten nodig hebben. De indicatie voor WLZ is hetzelfde als in een verpleeghuis, niveau 4. Dit wordt in de verpleeghuizen bijna niet meer aangenomen en deze mensen komen dan in aanmerking voor VPT. Ook voor niveau 5 en 6 kunnen we dan de thuiszorg aanbieden op de VPT manier.

‘Ik heb eerder gewerkt op een dementerende afdeling in een verpleegtehuis en dat is iets wat ik nog steeds iets heel bijzonders vind. Mensen raken zichzelf kwijt, die zelfredzaamheid verliezen ze en worden dan naar mijn mening niet meer als mensen behandeld. Daarom vind ik het heel goed dat die combinatie van thuiszorg en VPT er nu is. Zo kan iemand zo lang mogelijk zelf thuis wonen met hulp van ons, dat vind ik echt top. Bij dementie ligt echt mijn hart en ik vind het heel mooi dat de thuiszorg daarop ingaat spelen. Vooral voor die mensen is het zo schrijnend dat er een personeelstekort is. Samen maken we Ridderkerk dementievriendelijk | Gemeente Ridderkerk.

Ik moet zeggen toen ik in verpleeghuis werkte dacht, oh nee thuiszorg ga ik nóóit doen. En nu denk ik thuiszorg en ik wil nóóit meer terug! 


 

Thuiskomen in de zorg
Onze zorgmedewerkers helpen u graag met: verpleegkundige zorg, gespecialiseerde verpleegkundige zorg, thuisbegeleiding en huishoudelijke zorg. In onze zorgverlening houden we rekening met culturele en levensbeschouwelijke leefwijze. Onze medewerkers en cliënten komen veelal uit dezelfde wijken. Onze cliënten kunnen op een zelfgekozen wijze zo lang mogelijk in de eigen vertrouwde omgeving wonen. Indien u niet meer thuis kunt wonen dan hebben we in Rotterdam ook woonzorgcentra.

Ruim 700 medewerkers, 2400 cliënten. Werkzaam in Rotterdam-Rijnmond, Dordrecht-Drechtsteden en Amsterdam-Amstelland.


mob-foto-serge-willemstein-1200x800.jpg

3 augustus 2021 Interview

Het mooiste is om te zien hoe personen zich ontwikkelen
”Sinds 2019 werkt MOB/Internos Thuiszorg samen met Transparant Training en Projecten (Trainingen met subsidie | Transparant Training & Projecten) voor het organiseren van trainingen binnen de organisatie. De oprichter van TTP, Serge Willemstein, vertelt vanaf de locatie waar zijn bedrijf is gevestigd in Heerjansdam over de trainingen die gegeven worden. “De locatie is perfect om helemaal los te komen van de dagelijkse werkzaamheden. Het is een rustige, groene en landelijke omgeving vlakbij de oude Maas. Je kunt hier inspannend en ontspannend bezig zijn om te werken aan het doel waarvoor je bij ons een cursus volgt. Uiteraard worden er ook cursussen geven op de werkvloer, maar hier waan je je in het buitenland. Dat is ook het adres waar wij gevestigd zijn Het Buitenland 1. De groep cursisten kan kiezen waar zij de cursus willen volgen.”

De start
“Vanuit inspiratie en vernieuwing heb ik mijn bedrijf opgezet. Met onder andere mijn zorgachtergrond en als docent Nederlands, heb ik mijn kennis en ervaring gebruikt om trainingen te bedenken. Twee jaar geleden zijn we bij MOB op de Graaf Florisstraat begonnen om trainingen voor leidinggevenden te organiseren. Vragen als wie ben je, hoe wil je zijn, heb je zicht op je financiën en hoe houd je je personeel gemotiveerd. In de vorm van casuïstiek gaan de deelnemers met bepaalde onderwerpen aan de slag. Via een gezamenlijk plan werken we aan en kijken we naar de sterkte en zwakte analyse. Om vervolgens te kijken hoe je dat wilt bereiken. De leidinggevenden en de directie waren zeer tevreden over de gegeven trainingen in Rotterdam, daardoor zijn wij ook trainingen in Dordrecht gaan geven.”

De trainingen
“Samen met HR en de  teamcoördinatoren kijken we waar de trainingsbehoefte ligt. De praktische cultuur van MOB/Internos spreekt aan, hierdoor kunnen mensen ook groeien. Op deze manier kunnen we maatwerk leveren. De coördinator geeft aan waar behoefte aan is, zo ontstaat er geen mismatch en kunnen we effectiever en doelgericht te werk gaan. We geven diverse trainingen op het gebied van bijvoorbeeld ongewenst gedrag, agressie trainingen, persoonlijke ontwikkeling, stress, weerstand en ziektebeelden herkennen.”

Interactief
“De trainingen zijn interactief. Dus niet alleen luisteren naar wat de trainer vertelt, maar vooral zelf aan de slag gaan. Wij hebben trainers in dienst die vanuit ervaring hun specifieke kennis naar de cursisten uitstralen. De trainingen zijn zodanig opgesteld dat ze aansluiten op de dagelijkse praktijk. We willen de cursisten stimuleren en motiveren, zodat reeds bestaande kennis verweven is met de cursus. Zo wordt het praktisch en staat het heel dichtbij de cursist.”

Thema’s
“We hebben ook thema’s zoals seksuele intimidatie en agressie, communicatie binnen teams, personeelsontwikkeling. Breed geformuleerd is dat het vergroten van sociale, communicatie- en taalvaardigheden. Door een goede afstemming met MOB/Internos maken we unieke maatwerk trajecten. Wanneer er fricties in een team zijn en het niet zo lekker loopt, dan kunnen we meedenken om een op maat gemaakte training te geven.  We brengen de problemen in beeld waar de cursisten tegenaan lopen. Hierbij willen we teambuilding creëren waardoor men tevreden en gedreven is om te kijken hoe het beter kan.”

Terugkombijeenkomsten
“Inmiddels hebben we  goed zicht op wat er speelt binnen de organisatie. Bij de terugkombijeenkomsten vragen we aan de coördinatoren hoe zij  het geleerde hebben toegepast en welke uitwerking dat heeft gehad. Hoe staan zij er nu zelf in en tot welke inzichten zijn zij gekomen. Vaak krijgen we mooie antwoorden. Het is dan fijn om te zien hoe het weer samenkomt en daar waar mogelijk oplossingen aan te bieden.”

Na de cursus
De cursisten hebben de training gehad en zijn terug in het leven van alle dag, de energie ebt weg. En dan?
“Uitgangspunt en focus is dat cursisten handvatten krijgen om pro-actief door te zetten en door te ontwikkelen. We zijn erop uit dat mensen zelfstandig en professioneel op eigen benen staan. De kern van onze trainingen en coaching is dat de interventie dus tijdelijk is. Het mooiste is om te zien hoe personen zich ontwikkelen. We hebben wel wat “hulplijntjes”.  Zo kunnen ze mij altijd e-mailen of bellen als ze ergens tegenaan lopen. Het kan ze net die zet in de rug geven om het beste uit hunzelf te halen. We adviseren ook altijd dat cursisten mensen in de nabije  omgeving opzoeken die ze kunnen stimuleren. We hebben de KIART-methode ontwikkelt die als geheugensteun kan dienen, zodat het niet allemaal in een keer wegzakt.
KIART staat voor Keuzes maken, Initiatief nemen, Acties (in gang zetten), Resultaat (wat heeft het opgeleverd/hoe voel ik mij, Transparant (ben je eerlijk naar jezelf gebleven).

Op deze manier kan hetgeen de cursisten geleerd hebben, een bijdrage vormen tot een betere bewustwording. Een mooi voorbeeld van ontwikkeling gaat over een medewerker die binnen de organisatie carrière maakt. Daar komen best wel onzekerheden bij, waardoor twijfel de overhand kan nemen. Door een korte interventie ziet deze dame het nu helemaal zitten en ben ik ervan overtuigd dat ze MOB/Internos een nieuwe impuls gaat geven.”


Op 24 juni 2021 hebben Serge Willemstein en Jacco Lamper (directeur) afgesproken dat de huidige werkwijze wordt geformaliseerd. Het is bedoeld om nog sneller te kunnen schakelen op de ontwikkelingen bij de overheid.

‘Het is het uitspreken van de onderlinge waardering. Ik ben ervan overtuigd dat we daardoor nog beter voorbereid zijn op de ontwikkelingen en de medewerkers nog beter kunnen toerusten voor hun taken.’


20210601_142717-1200x1600.jpg

5 juli 2021 Interview

In gesprek met Thomas van der Veen, 26 jaar, maatschappelijk werker (WMO) bij MOB in Amsterdam-Amstelland

Gevoelens uitspreken, zorgt voor opluchting.

Wie is Thomas van der Veen?

Een sociaal dier zo kun je mij wel omschrijven. Ik ken mijn vrienden al sinds de middelbare school. We spreken elkaar vaak, nu in de corona tijd vaak via “discord”. Dit is een online platform waarop je lekker met elkaar kunt kletsen. Gewoon met een koptelefoon op een ontbijtje maken en kijken wie er online is. We spreken elkaar vaak gedurende de dag terwijl dit voor corona toch meer ‘s-avonds was. Ik ben opgegroeid in Almere-Stad, ik vond het daar heel leuk. Een combinatie van stad en natuur, er is echt over nagedacht door stedenbouwkundigen: Wist je dat ongeacht waar je staat in Almere je iets groens moet kunnen zien, al zijn het maar een paar struikjes.

Het is als een steen die je in het water gooit en daar cirkels achterlaat.

In het afgelopen jaar ben ik werkzaam geweest bij het Bron- en contact onderzoek van de GGD. Het is bijzonder om werkzaam te zijn in een werkveld dat zo urgent en actueel is. Als coach begeleidde ik meerdere groepen van 20 mensen om het Bron- en contact onderzoek af te nemen en om hen in het werkveld te coachen. Ik trainde hen – op inhoudelijke informatie, corona informatie en gesprekstraining.

Het trainen van mensen is zeker iets dat goed bij mij past. Het geeft mij energie om te zien waar de deelnemers aan het begin van de training staan en waar ze aan het einde van de training staan. Wat hebben ze geleerd? Het is als een steen die je in het water gooit en cirkels achterlaat, de cirkels staan symbool voor hetgeen wat je hebt geleerd.

Praten is poepen.

Dat klinkt misschien wat grof maar in Nederland zijn we niet gewend om over emoties te praten. Terwijl het juist zo’n opluchting geeft als je jouw gevoelens uitspreekt. Eigenlijk zou je dagelijks het gevoel aan het woord moeten laten.

Onlangs bezocht ik samen met een wijkverpleegkundige uit ons team in Amstelveen een client. De client vertelde mij dat hij veel trauma’s heeft meegemaakt, maar hij gelooft niet in hulp.

“Ik vertel niks hoor aan vreemde mensen”, zei hij. Ik vertelde hem dat ik maatschappelijk werker ben en dat ik dat helaas wel vaker hoor. Toen zei hij: ”Ik heb veel meegemaakt, maar ik ga je dat niet vertellen hoor, want wat ik heb meegemaakt dat…”en toen was er een begin.

Gisteren bezocht ik deze client, ik vroeg hem of zijn vrouw ook aanwezig mocht zijn bij het gesprek. Het mocht. Na afloop van het gesprek zei hij: “Jongen wat ik nou zo fijn vind aan jou is dat ik je 100 % kan vertrouwen, zelfs mijn vrouw heb ik eerder niet alles verteld”. Zijn vrouw beaamde dit. Kom je volgende week weer? Dan zorg ik dat we ook koekjes bij de koffie hebben.

Ik geef graag complimenten.

Wat voelde ik mij nuttig na het gesprek met deze client. Als mens wil ik graag het gevoel hebben dat ik een rol speel in de wereld. Van huis uit (red. ik ben opgegroeid in een vrouwenfamilie) heb ik geleerd om complimenten te geven en te ontvangen. Zoals ik de wereld nu ervaar denk ik dat we elkaar echt vaker complimenten kunnen geven

Mijn werkplezier zit’ m in…

Een fijne open werkomgeving. Dat je alles kunt vragen aan je collega’s. Inhoudelijke vragen, maar ook praktische vragen over bijvoorbeeld een computersysteem. Psychosociale veiligheid wordt dat ook wel genoemd. Ik vind het ook mooi als cliënten stappen voor zichzelf zetten, het is fijn om daar aan bij te dragen. Als we zorg kunnen geven aan alle mensen in deze regio die dat nodig hebben, dan denk ik dat we heel goed bezig zijn!

Thomas werkt bij MOB in Amsterdam-Amstelland. Namens MOB werkt hij ook als ambassadeur van Welzijn op Recept. Welzijn op recept bevordert de doorverwijzing van arts naar psychologen en of sociale zorgverleners. Thomas is van mening dat een passend hulpmiddel voor deze doorverwijzing de 4-dimensionale klachtenlijst kan zijn. Deze klachtenlijst ondersteunt de huisarts in de doorverwijzing. Helaas wordt deze klachtenlijst nog niet standaard gebruikt. Wil je hier meer over weten?

https://www.participe-amstelland.nu of neem contact op met Thomas / t.veen@mob.nu



4 juni 2021 Interview

Een dagje mee met Bianca van der Wulp, Helpende+ Internos Thuiszorg

Vandaag begint om 7 uur mijn ronde in de wijk. Al meer dan 17 jaar, ben ik bij Internos Thuiszorg werkzaam in Zwijndrecht en Ridderkerk. Sommige cliënten ken ik al 10 jaar!

Iets voor de mensen kunnen betekenen, ook al is het maar met iets kleins kunnen helpen, dat is wat ik zo fijn vind aan dit beroep. De verhalen die cliënten te vertellen hebben, van die ervaringen kun je zoveel leren. Geen dag is hetzelfde, soms kom je bij mensen waar je al jaren thuiskomt, hierdoor weet ik veel van hun leven. Op andere momenten ontmoet je nieuwe mensen en hoor je nieuwe verhalen. Soms heb je de ene dag een lach en de andere dag een traan, het hoort er allemaal bij.

De eerste cliënt waar ik vandaag bij thuis kom, zit al op mij te wachten en met een blij ‘goedemorgen’ en een miauw van de kat word ik ontvangen. Na een praatje over hoe mevrouw geslapen heeft en hoe het met haar gaat, gaan we langzaam naar boven om even te douchen en aan te kleden. Daarna maak ik een kopje koffie en een ontbijtje voor mevrouw en niet te vergeten voor de kat. Terwijl ik het hoortoestel van de cliënt wil aanzetten, kom ik erachter dat de batterijen op zijn. Mevrouw heeft geen nieuwe batterijen liggen, maar zij zal aan haar dochter vragen om deze de volgende keer mee te nemen.

Ik kijk nog even goed of alles verder in orde is in huis, trek het bed even recht en neem afscheid om naar de volgende cliënt te gaan.

Mijn tweede cliënt doet niet open. Ik ontdek dat ze nog ligt te slapen. Zachtjes maak ik haar wakker. ‘Meid ben je er al?’ vraagt ze als eerste en ze staat direct op. Ik hoef alleen maar even te helpen bij het wassen, de rest kan deze mevrouw nog helemaal zelf. Het is het dus maar een kort bezoekje.

Hierna volgen een paar adressen waarbij ik alleen maar kan helpen bij het aantrekken van de kousen. Bij elke cliënt informeer ik hoe het met ze gaat.

Eén meneer is pas in het ziekenhuis geweest en kan niet wachten tot hij weer lekker buiten kan gaan wandelen. Zodra de kousen aan zijn, pakt hij zijn schoenen. Vol trots laat hij zijn gloednieuwe rollator zien en hij maakt zich klaar voor een wandelingetje.

Ik verlaat de woning om vlak om de hoek een andere cliënt te helpen. Een lekkere kwebbel, die het heerlijk vindt om over van alles te praten terwijl ik haar help met wassen. Ook zij komt net uit het ziekenhuis en is nu thuis aan het herstellen. Straks komt haar dochter om haar boodschappen te brengen en beneden is de hulp al bezig met stofzuigen. “Heerlijk” zegt ze “al die mensen om me heen”. Hierna help ik nog een paar cliënten met wassen en medicijnen innemen, voordat mijn ronde erop zit.

Tijdens zo’n ronde in de wijk noteer je na ieder bezoek wat je gedaan hebt en of er nog iets is opgevallen, zodat je collega’s die de volgende keer langsgaan ook op de hoogte zijn. Wanneer ik klaar ben vraag ik altijd even of er nog hulp nodig is bij collega’s die op dat moment in de buurt zijn, onderling contact met collega’s is echt heel belangrijk.

Helaas heb ik pasgeleden een reanimatie van een cliënt meegemaakt. Natuurlijk wil je dit het liefst niet meemaken, maar ook dat hoort het bij het werk. Gelukkig ben ik goed opgevangen door mijn leidinggevende en collega’s. Het contact met je collega’s, begrip en steun van hen, is daarin heel belangrijk. 

Ook al ben je even in paniek als je dit meemaakt, je hebt de kennis en je weet hoe je moet handelen om de juiste zorg te kunnen geven die op dat moment nodig is. Dat is een rustgevend gevoel. Toch vind ik het nu best wel eens spannend als ik bij iemand voor de deur sta die de deur niet opendoet. Dan krijg ik weer even een flashback.

Normaal gesproken hebben we regelmatig teamoverleg, maar de afgelopen tijd met Corona was dat natuurlijk anders. Dat mis ik dan ook wel hoor, elkaar even zien en spreken, maar ook bijvoorbeeld kennismaken met nieuwe collega’s. Als het goed is, komt er binnenkort weer een bijeenkomst met collega’s daar kijk ik wel naar uit!


close-up-businesswoman-writing-adhesive-note-office-1200x800.jpg

2 juni 2021 Interview

In de wijk Feyenoord in Rotterdam-Zuid is Bianca Kruijthof wijkverpleegkundige, waar zij naast wijkgerichte ook geïndiceerde zorg verleent. Na haar opleiding tot verpleegkundige heeft zij in onder andere de verpleegkunde, geestelijke gezondheidszorg en bij een huisartsenpraktijk ervaring opgedaan.  Normaal gesproken zoekt Bianca na een jaar of drie steeds weer een andere uitdaging in de gezondheidszorg, maar werkt zij al vier jaar bij MOB. 

“Tevreden zijn met hele kleine stapjes, eigenlijk moet je hele kleine doelen stellen.”

Bianca werkt met netwerkpartners samen en bekijkt hoe de wijk en de bewoners beter gemaakt kunnen worden. Zo is er tijdens de COVID een plan gemaakt, samen met Humanitas en andere partners, hoe de eenzaamheid te bestrijden in de wijk. 

‘De gezondheidszorg is zo breed en divers en ik wilde niet op één punt blijven zitten, maar zocht telkens de uitdaging op. Totdat ik als wijkverpleegkundige in de wijk aan het werk was en de bagage van al deze banen bij elkaar kwam in de thuiszorg.’ https://mob.nu/werken-in-de-zorg/ 

Als wijkverpleegkundige wil je er zijn voor de bewoners. Hoe kom je eigenlijk in contact met de bewoners van de wijk? 

‘Dat is heel verschillend. Meestal vanuit de bewoners zelf, maar soms ook vanuit bijvoorbeeld de wijkagent die dan aangeeft om eens bij een bepaalde bewoner te gaan kijken. Als je dan bij de mensen aanbelt bouw je langzaam een relatie op. De ene keer gaat dit sneller dan de andere keer. Vaak willen de mensen wel geholpen worden en vinden ze het heel fijn dat er iemand langskomt en hulp aanbiedt. Dit doe ik samen met onder andere de woningbouw, de wijkagent, welzijnsorganisatie Humanitas en het sociale wijkteam van Rotterdam. Dat is wijkgericht werken. Zo kun je ook echt iets betekenen voor de wijk.’  

Je geeft aan dat de mensen wel geholpen willen worden. Wat als zij dat niet willen, terwijl jij ziet dat het eigenlijk wel nodig is? 

‘Als ze het niet willen, ja dat is wel echt lastig… 

Ik denk ook dat dat de grootste uitdaging is in mijn werk. Tevreden zijn met hele kleine stapjes, eigenlijk moet je hele kleine doelen stellen. Wij kunnen wel zoveel willen veranderen, maar mensen willen dat soms helemaal niet. Dan moet je al gewoon heel bij zijn met iets heel kleins. En dat heb ik écht wel geleerd in de loop der jaren.  

Bijvoorbeeld bij een zorgmijder, die totaal geen zorg wil. Als je daar al iets kleins behaalt, dat je bijvoorbeeld alleen binnen mag komen of een kopje koffie drinken om te praten. Dat is al een heel positief punt en met kleine stapjes probeer je dan het volgende doel te bereiken. Dat zijn de grote uitdagingen waar je het uiteindelijk ook voor doet.’ 

Het woord uitdaging komt bij jou regelmatig terug. Wat zorgt ervoor dat jij je werk uitdagend houdt? 

‘Ik wil heel graag die uitdaging hebben in mijn werk, dat maakt mij leergierig en ik wil altijd zoveel meer zien en meer leren. Dat is ook de reden dat ik nog steeds opleidingen volg. Ik heb de verpleegkundige opleiding afgerond in 2000, daarna heb ik in 2016 Wijkverpleegkundige HBO post-bachelor behaald. Op dit moment ben ik bezig met het laatste jaar HBO-V. In de zorg verandert veel en ook de manier van zorg geven wordt voortdurend bekeken. Het mooie bij MOB is dat ik veel bezig ben met innovatie. En bij MOB krijg ik die gelegenheid ook! In mijn huidige opleiding is innovatie heel belangrijk. Ik krijg de gelegenheid dit verder te onderzoeken en op te zetten binnen de wijk. Zo kunnen we de specifieke zorg in Rotterdam-Zuid nog beter ondersteunen. 

Een voorbeeld is het Medido project*, toch wel een beetje ook mijn kindje. Een systeem dat ondertussen weer is verbeterd en aangepast.  Innovaties blijven telkens doorontwikkelen.'(https://medido.com 

*Het Medido apparaat geeft op een aangegeven tijd een signaal af zodat de cliënt weet welk medicijn er op dat moment ingenomen dient te worden. 

Wat heb je in het afgelopen jaar met COVID, geleerd over jezelf? 

‘Wat ik mooi vond om te zien, niet alleen bij mezelf, maar bij vele collega’s is dat je vindingrijk wordt. Zo werd er al snel in het begin van COVID, samen met de partners, om de tafel gezeten om plannen te maken en ideeën uit te werken. Zo werd voor de wijk de belmaatjes opgezet. Dit is een ploeg die eenzame ouderen hier in de wijk even bellen. De boodschappenmaatjes is er voor mensen die COVID hebben en waar boodschappen voor gehaald worden, zodat zij niet zonder kwamen te zitten. Via een hulplijn, die gebeld kon worden, konden we elkaar extra helpen. Dit wordt dan in de wijk bekend gemaakt via social media, maar er werd ook samen met bijvoorbeeld. Humanitas geflyerd langs de deuren. De samenwerking met diverse zorgorganisaties is hierbij enorm belangrijk. Als je die niet hebt kun je het vergeten. Je bent afhankelijk van anderen. Alleen kun je het niet doen. Ik zie de zorg ook niet als een losse of concurrende onderneming, maar als een samenwerkingsverband. Echt als een groep collega’s. Met allemaal maar één doel: hoe kunnen we de bewoner beter maken in de wijk en wie hebben we daarvoor nodig? Hier op Zuid is dat echt zo en dat proberen we ook met elkaar te doen. Het is echt samen staan we sterk. ‘ 


210510-Reyhan16-MOB-1200x1266.jpg

12 mei 2021 Interview

Reyhan Cephe: “Het is een multidisciplinair vak en daar mag veel meer respect en waardering naar toe wat mij betreft”

De enorme inzet en bevlogenheid waarmee verpleegkundigen en verzorgenden hun werk uitoefenen is bewonderenswaardig, zeker in deze tijd. Zij verdienen hiervoor veel waardering, want waar zouden we zijn zonder onze verpleegkundigen? Een lief gebaar en een vriendelijke lach: dat zijn kleine bedankjes die ze elke dag ontvangen van patiënt en cliënt. Het is nodig om meer aandacht en waardering te besteden aan verpleegkundige vakmensen. De Dag van de Verpleging op 12 mei een mooi gelegenheid om hen eens flink in het zonnetje te zetten.

Het is een multidisciplinair vak en daar mag veel meer respect en waardering naar toe wat mij betreft. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn dag en nacht met volle inzet aan het werk om hulpbehoevenden te verzorgen en anderen beter te maken. Elke verpleegkundige/verzorger loopt tijdens zijn of haar dienst tegen uitdagingen aan, die hij of zij met expertise en glans weet op te lossen; het verzorgen van meerdere patiënten, verdeeld over verschillende kamers en met ieder hun eigen medicatie en verpleegbehoeften; chapeau! En dan zorgen verpleegkundigen ook nog eens voor een persoonlijke benadering, geven ze hun patiënten en cliënten welgemeende aandacht én zijn ze de volledige dienst alert. Tijdens één dienst kan een verpleegkundige te maken hebben met hoge pieken van geluk en diepe dalen van verdriet. Hierbij wordt direct een beroep gedaan op zowel het empathisch vermogen als de emotionele stabiliteit van de verpleegkundige. Al deze verantwoordelijkheden die een verpleegkundige draagt: het is allemaal alleen mogelijk met heel veel toewijding, vakkennis en fysiek uithoudingsvermogen. 

Wat hebben de zorgmedewerkers van MOB veel aan overuren gedraaid en veel meegemaakt . Je ziek voelen maar je verantwoordelijkheid nemen om toch maar door te gaan. Hoe langer deze coronaperiode duurt, hoe bewuster ik me hier van ben. Ik neem de coronamaatregelen in acht, om de besmettingen niet toe te laten nemen. Ik probeer vanuit mijn eigen rol hier en daar te dempen, wat natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat is. Het heeft mij nog meer doen beseffen wat een roofbouw deze periode op de zorgmedewerkers heeft gehad.  

Wat mij betreft zouden werkgevers, patiënten en cliënten het gehele jaar door zich moeten uitspreken hoe waardevol de zorgprofessionals zijn en niet enkel op de dag van de Zorg. Daarom is het goed dat de Dag van de Verpleging op 12 mei bestaat, een dag waarop het goed is om extra stil te staan van de enorme inzet die in deze beroepstak wordt gegeven.

RvC lijkt misschien op afstand te staan maar niets is minder waar. Wij als RvC horen en zien wat er speelt en spreken onze enorme waardering uit aan de medewerkers van MOB. Trots op de medewerkers van MOB/Internos!

Reyhan Cephe is al drie jaar lid van de Raad van Commissarissen bij MOB. Naast deze functie werkt zij als manager/plv. afdelingshoofd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waar zij zich voornamelijk bezighoudt met arbeidsmarktbeleid. Reyhan Cephe is graag maatschappelijk betrokken en levert met volle overtuiging, daar waar mogelijk, op verschillende fronten een bijdrage in de maatschappij.

We moeten het met elkaar mooier maken. Elke dag sta ik op met de gedachte; ook vandaag ga ik de wereld weer een stukje verbeteren.

 


foto-Miranda-de-Deugd-medewerker-mob-internos.jpg

11 april 2021 Interview

Ik ben Miranda, zorgcoördinator bij Internos voor de wijk Sterrenburg in Dordrecht en samen met collega Nans ook voor het VP team. Wat ik belangrijk vind in de thuiszorg is dat we te gast zijn bij de cliënten, er zijn om de zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen/stimuleren en zo ervoor zorgen dat cliënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen met hulp van de thuiszorg.

Als ik een route heb start ik om 7 uur tot einde route in de wijk, daarna ga ik naar kantoor. Op kantoor start ik met het verwerken van de e-mails, de berichten op het medewerkersportaal, handel ik de telefoontjes af en heb ik contact met diverse huisartsen over cliënten in Cboards. Ik verzorg de planning van de cliënten en de roosters van de collega’s en verwerk ik wijzigingen in zorg, bijvoorbeeld als een cliënt wondzorg nodig heeft of een andere uitbreiding of vermindering van zorg. Nieuwe cliënten worden vanuit de huisartsen, casemanagers en ziekenhuizen aangemeld via point , zorgdomein en keten verkeer. Als coördinator kijk je wat de zorgvraag is en of er plek is in de routes om deze zorg te geven. Betreft het het verzorgen van een wond, dan heb ik eerst contact met het wondteam en daarna met de wijkverpleegkundige. Ik begeleid leerlingen in de wijk, we gaan dan samen en route lopen waarbij de leerling zijn of haar vaardigheden kan ontwikkelen en opdrachten kan maken.

Iedere week is er een zorgcoördinatoren overleg. Sinds corona gebeurt dit via teams, hierbij is onze directeur Jacco aanwezig, HRM, ICT en verder iedereen die iets wil bespreken. Daarnaast is er iedere dag een kort overleg via teams met de zorgcoördinatoren om ad hoc zaken te bespreken en te horen hoe het gaat met iedereen. 

Naast deze werkzaamheden ben ik de contactpersoon voor ZOZS en Elanza, de uitzendbureaus waar Internos mee samenwerkt. Ook neem ik deel aan de werkgroep palliatieve zorg en dementie van de keten Waardeland.

Kort samengevat, een veelzijdige functie met afwisseling waarin je stressbestendig moet zijn en snel moet kunnen schakelen, zo blijf ik uitdaging in mijn werk houden.


Copyright MOB Drechtsteden 2023. Alle rechten gereserveerd.